Dagboek van onze reis door Indonesië in 2002

 

   Bali, donderdag 18 juli 2002 (woensdag 17 juli)

De reis naar Denpassar is voorspoedig verlopen.

We kregen een houten kont van het zitten in het vliegtuig, maar konden ons gelukkig vertreden tijdens de overstap in Singapore.

Op Bali zijn we vanaf het vliegveld naar Kuta gereden.

Om een beetje te acclimatiseren hebben we een kopje thee gedronken.

Daarna hebben we gezocht naar een goede kamer. Eerst geïnformeerd bij diverse hotels om op de hoogte te zijn van de prijzen en toen, na wat tawarren, een kamer gevonden voor 175.00 rupia (E 20), een kamer "full a.c.", zwembad voor de deur en een platje aan de kamer.

 

 

Bali vrijdag 19 juli 2002

Het moest vandaag een rustdag worden en dat is het ook geworden.

Tot half elf uitgeslapen, naar het strand en ’s middags weer in de gekoelde kamer drie uur geslapen.

We hebben de gelegenheid gehad drie uur lang te lopen door de rumoerige hoofdstraat met erg veel auto’s en brommers, met veel toeristen en hele smalle stoepen waar het uitkijken geblazen is om niet in een diep gat te vallen.

Ons laten verleiden tot een "dure", maar heerlijk geroosterde vismaaltijd in een net restaurant.

 

 

Bali, zaterdag 20 juli 2002

We beginnen al iets vroeger op te staan. De Indonesische tijd van opstaan van vijf uur halen we nog niet.

We besteden onze tijd aan lezen op de "belakan" met uitzicht op het kleine zwembad.

In de namiddag gaan we op de Franse tijd naar het strand. Ontlopen daardoor de felle kracht van de hoogstaande zon. Bovendien zijn we tegen de schemering getuige van een ritueel dat zich iedere avond op het strand voltrekt: voetbal. Om een uur of vijf stroomt het strand vol met voetballende jongens en vormen zich spontaan partijtjes van een man of zes, zeven. Op de manier waarop gevoetbald wordt, is wellicht het sociale gedrag van de Indonesiër af te leiden. Geen machogedrag, maar steeds uiterste vriendelijkheid t.o.v. elkaar, ook in duels. Geen verbeten gezichten, maar steeds lachend om hun eigen capriolen. Geen verwijten naar hun eigen spelers bij een doelpunt, maar gewoon weer vrolijk verder gaan met het spel. Dick dacht eerst nog dat Nederlandse profclubs hier goed zouden kunnen scouten, maar bij nader inzien is een Indonesische voetballer ongeschikt voor profvoetbal: te vriendelijk. Misschien kunnen Hiddink en consorte hier verandering in brengen.

Ieder strand heeft zo zijn eigen vertier.

Behalve voetballers zijn hier veel beginnende surfers, waarbij de goede surfers meestal niet langer dan twee seconden op de plank staan.

Verder kan je hier door masseuses voor weinig geld laten kneden over je "whole body".

Ook hier lopen veel verkopers die gelukkig nooit lang aandringen na de toverwoorden "tidak perlu" (ik heb niets nodig).

 

 

Bali, zondag 21 juli 2002

Dit keer heeft Dick de verantwoordelijkheid genomen om op te staan als de wekker gaat. Een groot succes!

Deze zondag is misschien wel een van de actiefste dagen geworden van de vakantie. We waren zelfs te vroeg opgestaan, want pas om zeven uur konden we ontbijten.

Door goed onderhandelen van Dick konden we met een privé-busje voor bijna dezelfde prijs als het openbaar vervoer naar Ubud rijden.

Willemijn zal deze rit niet snel vergeten. Ze vergat echter dat het busje heel smal was en makkelijk tussen de aanstormende brommers en passerende auto’s kon blijven rijden.

In Ubud bij een reisbureau een toer naar bekende punten ten noorden van Ubud geregeld.

Eerst naar een desa tussen prachtige sawa’s. Prachtige plaatjes. Het huis dat we bezochten was traditioneel Balinees, waar in dit geval thuis gewerkt werd (huisnijverheid). Er werd houtsnijwerk gemaakt. Ieder huis (erf) heeft hier een eigen tempeltje en een baar voor eventuele doden.

Daarna gingen we naar Besakih, het grootste tempelcomplex van Bali: Pura Perataran Agung, waar het een drukte van belang was. Niet alleen waren er toeristen, maar nog meer Balinezen die ceremonieel hun offers brachten, allemaal even netjes en kleurig gekleed in traditionele Balinese kleding. Willemijn moest tenminste een sarong om en Dick kon volstaan met een zijden felgekleurde serendang (een band). Ook hier moesten we de gebruikelijke opdringerige gidsen afslaan.

Hierna naar een uitkijkplaats gereden met zicht op het bergmeer bij de vulkaan Gunung Agung. Geluncht in een chique, maar niet te duur restaurant met uitzicht op de vulkaan.

Daarna een bezoek gebracht aan oude Hindoe graven in uitgehakte nissen bij Gunung Kawi, prachtig gelegen beneden bij de rivier tussen de sawa’s bij een heus watervalletje.

De laatste plaats die we bezochten was een opgraving van de Nederlanders, een oude Hindoetempel uit de elfde eeuw verscholen in een grot, olifantengrot Goa Gajah Bedulu.

Het hield niet op, want ’s avonds hebben we een zang- en dansvoorstelling bijgewoond waarin het apenleger een duidelijke hoofdrol speelde.

Prijs van de uitstap met de auto was f 50, een hele dag auto met chauffeur.

 

 

Bali, maandag 22 juli 2002

We slapen in een losmen waarbij het lijkt alsof onze Japanse buren naast ons liggen.

We hebben een wandeling gemaakt langs de rivier met aan weerszijde de natte sawa’s.

Sommige zijn al met bibet beplant en sommige nog niet, daarin mogen de eenden lekker struinen.

Onderweg werd een klapper uit een boom gehaald en voor ons opengemaakt om de klappermelk te drinken. Niet voor niets natuurlijk, want de vrouw was wel zo handig er goed geld voor te vragen. Dick moest weer gaan tawarren. Wel te veel betaald, maar voor een goed doel.

Iedere keer op de route door de sawa’s konden we de mooiste plaatjes aanschouwen.

Na deze wandeling hebben we een bezoek gebracht aan het museum met schilderijen van Balinese schilders. Ook van Europeanen die zich lieten inspireren door de Balinese cultuur. We zagen daar ook mooi houtsnijwerk.

Ook op de markt kan je prachtig houtsnijwerk kopen voor weinig geld.

Tenslotte hebben we nog even bij de ingang van het befaamde monkeypark drie brutale apen bewonderd. Een aap lukte het om een meloen uit het hokje van de bewakers te stelen.

 

 

Bali, dinsdag 23 juli 2002

We kunnen het haast niet geloven. ’s Avonds zitten we op een terrasje aan een kratermeer waarbij de wind en de opkomende nevel ons koud doet worden. We zitten in Bedugul, dat lijkt wel een Turkse naam. Een plaatsje aan de voet van de Gunung Catur gelegen aan een prachtig meer.

Het appartement is gelegen op een heuvel in een prachtige tuin met een nog mooier uitzicht over het meer.

’s Middags hebben we de rust gevonden in de grote botanische tuin van 135 ha in Bedugul, waar het zelfs op het heetst van de dag aangenaam lopen is in de schaduw van de hoge tropische bomen.

We zagen daar ook de fallusplant die een keer per jaar bloeit met een stinkende bloem. Daarvoor hoef je niet naar Bali te gaan, want in de Hortus in Leiden is hij ook te vinden.

We zijn ’s morgens in Bedugul gebracht door onze vriend Wahh voor Rp 100.000. Hij draaide ’s morgens al om ons heen en toen we weggingen deed hij het aanbod ons van Ubud naar Bedugul te brengen. Zonder tawarren accepteerden wij zijn aanbod.

In het meer (danau) Bratan bevindt zich een tempelcomplex Puru Ulan Danu Bratan.

We hadden het geluk ’s middags een uitgebreide ceremonie mee te maken. We verwonderden ons er over hoeveel mensen er waren, hoe mooi iedereen gekleed was, hoe toegewijd alles plaatsvond en hoe serieus alles geregeld werd. Dit alles vond plaats vlakbij de moskee die met zijn gebeden de toewijding leek te overstemmen.

We zagen een voorbereiding van de hanengevechten waarbij de hanen opgefokt werden voor het echte gevecht.

 

 

Bali, woensdag 24 juli 2002

Deze dag stond in het teken van rust. Niet dat we zo vermoeid waren, maar een dagje lekker lezen op een balkon van de Balinese bergen is ook heerlijk.

’s Avonds lekker gegeten in een zgn. ruma makan, (eethuis) met masakan lombok (Lombokse gerechten).

Ons voorbereid op de sprong naar Java.

 

 

Bali, donderdag 25 juli 2002

We hadden de vorige avond afgesproken met een chauffeur om ons in Lovina, iets ten westen van Singareja, af te laten zetten. De toeristische route liep via een mooi kratermeer naar drie tempels.

Deze tempels hadden ieder op zich iets bijzonders.

De eerste tempel Pura Dalem in Jagaraga is opgericht ter herdenking van een verloren slag van de Balinezen tegen de Hollanders. Dit is o.a. weergegeven in reliëf van steen. We konden een auto onderscheiden met daarin kennelijk een belanda, een belanda op de fiets en een rokende Balinees die het onderspit delft tegen een belanda koloniaal.

Daarna gingen we naar een tempel die erg belangrijk wordt gevonden, de Pura Maduwe Karang in Kubutambahan. Daar hadden we een leuke ervaring. Een jongetje van een jaar of tien wist ons in het Engels van alles over de tempel te vertellen, soms verduidelijkt met een paar woorden Nederlands als het nodig was. Dit jongetje had geen enkele schoolopleiding. Hij had zijn engels geleerd door te luisteren naar de gidsen.

In de tempel was o.a. een afbeelding van een man op een fiets die de kunstenaar Nieuwenkamp moest verbeelden.

De derde tempel Pura Beji in Sangsit, ongeveer 8 km van Singaraja, was bijzonder, omdat hier een soort licht zandsteen voor de bouw is gebruikt i.p.v. de donkere lavasteen.

We kwamen vlak voor Singaraja in kennis met de corrupte politie. We reden langs een politiecontrole, bedoeld voor brommers. We zagen een politieagent op een motor in onze auto kijken. Hij kwam ons prompt achterna, want hij had kennelijk in de gaten dat bij die toeristen wat te halen viel. Dick zag de chauffeur snel en zenuwachtig Rp 20.000 tussen het kentekenbewijs stoppen. De politieagent hield niet eens een schijn van controle. Hij keek amper het kentekenbewijs in. Tussen de chauffeur en de agent werd wederzijds wat gelachen en we konden onze weg vervolgen.

Natuurlijk bracht de chauffeur ons naar een losmen (bungalow) van een vriend die hij van harte aanbeval. Het was naar ons zin en we zijn er voor weinig geld ingetrapt.

We hebben gegeten en gedronken op een prachtig plekje bij de zee.

Een meisje verkocht armbanden, kettinkjes en sleutelhangers. Zij maakte op ons indruk door haar grappige en intelligente manier van praten. Dick had een goede hulp aan haar voor het leren van de Indonesische taal. Zij vertelde iets over haar schoolleven, o.a. dat zij net de "junior high school" kon betalen m.b.v. de verkoop van haar waar.

Bali, vrijdag 26 juli 2002

Vanmorgen is Dick gaan snorkelen in een merkwaardig bootje dat uit een grote boomstam is gemaakt, met bamboedrijvers aan beide zijkanten, een buitenboordmotor met een lange as die aan de zijkant is bevestigd. Hij werd naar een koraalrif gebracht waar je heel mooi kon snorkelen.

Dick heeft de mooiste gekleurde vissen gezien en hoe langer Dick keek hoe meer mooie vissen hij zag. Vissen met kleuren van de regenboog, paars, lila, vissen van verschillende vorm, bijv. met een zeepaardsnoetje. Geel was ook een favoriete kleur van de verschillende soorten vissen. Het geel en zwart kwam in verschillende variaties voor.

’s Middags in slaap gevallen en de bullrace vergeten.

In de namiddag hebben we ons ongans gegeten aan een grote heerlijke rijpe papaja. Zo lekker hebben we het nog niet in een restaurant gegeten. Dit is onze eerste vrucht die we echt heel erg lekker vonden.

We hebben ook al geprobeerd de salak, vrucht van de zalaccapalm. De schil lijkt op een slangenvel en heeft de vorm en de grootte van een ingedeukte peer.

Waarschijnlijk ook de jambu, guave, gegeten. De schil was hard en breekbaar, de inhoud zacht zoet vruchtvlees met zwarte pitjes.

Ook nog een onbekende vrucht, die de grootte had van een pruim, rood gekleurd, met een schil iets harder dan een appel. De inhoud was ook zoet, zacht met kleine zwarte pitjes.

Ook was er de jurik manis, mandarijn.

We probeerden ook de belimbing, stervrucht.

De durian, de manggis en de ramboetan hebben we nog niet gezien, waarschijnlijk vanwege het seizoen.

De mangga (mango) en de arbei (aardbei) gaan we nog proberen.

Ontbreekt nog de nanga (broodvrucht).

De apel (appel), de pisang (banaan), de nanas (ananas) zijn vanzelfsprekende vruchten die we ook in Nederland kunnen proberen.

 

 

Bali, zaterdag 27 juli 2002

Deze stond in de voorbereiding van onze tocht naar de Bromo. We stellen prijs op een rustige voorbereiding.

’s Morgens aan het strand kwam de touroperator nadat hij alle hotels naar ons had afgezocht, vertellen dat we een veel latere bus moesten nemen.

Dit had nog al was consequenties voor de voorbereiding van de tocht naar de Bromo.

De reis naar Probolinggo verliep langzaam, met veel oponthoud, met name bij de oversteek met een hele gammele veerpont.

Dick zocht het gezelschap van een Indonesiër die wat gebrekkig Engels sprak. Hij bleek leraar Engels te zijn op de "junior highschool". Waarschijnlijk heeft hij weinig tijd om het spreken te oefenen. We raden hem aan op het strand te oefenen.

Als je op het strand zit van Lovina ben je een aantrekkingspunt voor veel mensen van diverse pluimage.

Meestal strijken ze bij je neer om je uiteindelijk iets te verkopen, maar komen ook bij je zitten uit een soort nieuwsgierigheid.

Velen komen bij je zitten zoals een verkoper van schelpjes, houtsnijwerk (o.a. dolfijnen), Balinese geïllustreerde kalenders, fruitverkopers, sarongverkoopsters, verkoopsters met kralen, oorbellen, ringen en schoolmeisjes die hun Engels willen oefenen.

Zo ook nu deze dag.

In haar grappige goede Indonesisch Engels vroeg ze ons natuurlijk waar we woonden, of we getrouwd waren, hoe oud de kinderen zijn.

Niet alleen was kennelijk Engels haar favoriete vak, maar ook aardrijkskunde. Ze wist van de polders en de terpen in Nederland. Zo wist ze van veel Europese landen geografische kenmerken te noemen.

En Nederland? Beatrix is de koningin en Balkenende de premier. Ook nog de opkomst van de oppositiepartij LPF.

 

 

Bromo, zondag 28 juli 2002

Tocht naar de Bromo.

Half zes ’s morgens stonden we op de rand te kijken naar de enorme zandzee waarin de Bromo lag te roken.

Dick’s gedachten gingen uit naar 44 jaar geleden toen hij misschien ook op diezelfde rand heeft gestaan en de zandzee aanschouwde. Toen gingen ze met drie families uit Surabaya in colonne en als een soort expeditie de Bromo beklimmen.

Nu zagen we in de zandzee de lichten van de fourwheeldrives die door de zandzee reden. De steile rand naar de zandzee was nu voor een gedeelte afgegraven zodat je je nu comfortabel kon laten brengen naar de Bromo.

De tocht naar de Bromo begon eigenlijk ’s nachts om half drie bij een klein kantoortje van het busstation in Probolinggo.

Dit nachtbraken willen we altijd vermijden maar er was nu niet aan te ontkomen. Een overnachting in Probolinggo zat er niet meer in. We konden het beter proberen in een losmen of hotel vlakbij de Bromo.

Snel werd er voor ons een busje geregeld die ons voor Rp 40.000 (f 10), dubbel tarief meneer, want het is ’s nachts, in anderhalf uur naar de Bromo gebracht.

Ook bij de Bromo was geen plaats meer, ondanks talrijke hotels en losmens.

Iedere Indonesiër wil nl. op zaterdag/zondagmorgen de sunrise op de Bromo hebben meegemaakt.

Ooit waren we wel eens in de Pyreneeën onder de indruk gekomen van het "circus"bij Gavarnie, maar de Bromo steekt Gavarnie naar de kroon.

Van een overnachting kon al geen sprake meer zijn, dus toch maar door de zandzee naar de Bromo. Voor het meemaken van de sunrise waren we al te laat, maar dat mocht de pret niet drukken. In Nemrut Dagi zal die wel net zo mooi geweest zijn.

We liepen de grote steile weg af naar beneden de koude nevel in, liepen daarna een half uur door de zandzee, hoorden het gegrom van de toeterende fourwheeldrives en kwamen uit bij een hele grote trap gemaakt om easy de kraterwand te beklimmen. Nu pas zagen we hoeveel mensen er waren. De trap was helemaal vol.

De klim van de trap viel nog niet mee, omdat de wind er voor zorgde dat de vulkaangassen over de trap naar beneden woeien.

Dick heeft de hele kraterrand afgelopen. Willemijn deed het in haar broek en zag zich al diep in de rokende massa van de krater liggen.

De terugtocht naar Probolinggo hebben we gemaakt in een overvol busje met 20 anderen op ons schoot voor f 1,50 p.p.

In Probolinggo een goedkoop hotel gevonden op aanwijzing van de rough guide met heerlijk grote kakkerlakken in de badkamer.

 

 

Malang, maandag 29 juli 2002

Vroeg ontbeten en een bezoek gebracht aan de pasar baru die vlakbij lag.

Met de bus naar Malang. We werden heel gedienstig begeleid naar de bus en we weten nu waarom. We hadden vier keer te veel betaald voor deze reis.

Daar kwam Dick achter toen hij de prijs vroeg aan de assistent in de bus.

Volgens de rough guide was een goed adres een guesthouse in de buitenwijk van Malang. Tot onze verrassing bleek het huis eigendom van een Indisch-Nederlandse vrouw, helaas gehandicapt ten gevolge van een hersenbloeding.

De geschiedenis van de eigenaresse van Cress Homestay, Grace Marten.

Hoe het toevalslot je leven kan bepalen blijkt uit de korte geschiedenis van Grace Marten.

Zij werd geboren in 1940 uit het huwelijk van een Nederlander werkzaam bij de marine en een Nederlandse vrouw. Haar moeder heette Post, vader Marten. Beiden zijn in Indië geboren.

Kort na haar geboorte bezetten de Japanners Indië. Haar vader werd in het kamp gezet en overleed op 31 jarige leeftijd in het kamp.

Zij kwam met haar moeder, oma, broertje en zusjes ook in het kamp terecht. De moeder vluchtte en oma (van vader) zorgde voor de kinderen. Oma ging dood, de kinderen bleven alleen achter in het kamp.

Na de oorlog gingen ze naar familie van moeder in Jakarta. Haar oma (van moeder) ging terug naar Nederland, maar zij en haar broer en zusjes mochten niet mee. Dit kwam door het strenge toelatingsbeleid. De bewijzen van huwelijk en geboorte waren onvoldoende om toegelaten te worden.

De katholieke zusters van een klooster ontfermden zich over deze kinderen en na een aantal jaren kwam ze weer terug bij haar moeder die inmiddels getrouwd was met een Indonesiër.

Ofschoon zij Indonesisch werd opgevoed, bleef ze volharden in het leren van de Nederlandse taal, door o.a. bewust te gaan werken op een Nederlandse suikerplantage (1955).

Later trouwde ze zelf met een Indonesiër die na een aantal jaren overleed. Zij stond er voor de opvoeding van vier zonen alleen voor. Ze werkte hard bij een Amerikaanse verzekeringsmaatschappij. Ze leerde daar ook goed Engels spreken en op latere leeftijd begon ze het guesthouse. Later kon ze die niet ten volle leiden vanwege haar "stroke".

 

 

Malang, dinsdag 30 juli 2002

Na het ontbijt besloten we naar Tretes te gaan. De reis er naar toe verliep heel vlot. Met de bus richting Surabaya, overstap in Padaan in een microbus en na een uur waren we in Tretes.

Het is nu heel erg volgebouwd. Een aantal oorspronkelijke vakantiehuisjes uit de jaren 50 staan er nog en wellicht hebben we een van de huisjes gefotografeerd waar Dick met de familie heeft gelogeerd. We hebben zeker het paviljoen of villa van de BPM gevonden. Helaas werd nu ook de tuin volgebouwd met appartementen.

De paardjes om te rijden hebben we niet kunnen vinden. De waterval is er nog steeds en naar het zwembad hebben we niet gezocht.

Voor de rest is er een afwisseling van luxe villa’s met de mooiste tuinen die je je maar voor kunt stellen, van grote luxe hotels, maar ook op elkaar gebouwde armoedige kleine huisjes.

Ook hier de gebruikelijke lawaaiige motoren op straat, vervallen stoepen en wegen en de gebruikelijke rommel.

Terug naar Malang. Daar langs de Jalen Iljen Besar. Een indruk gekregen van de koloniale statuur van de boulevard in Malang in de oude tijd. De oude huizen zijn minder open vanwege de a.c. en om het huis staan smeedijzeren hekken.

Daarna naar de Pasar Burung (volgeltjesmarkt) en de bloemenmarkt.

Weer gegeten in Toko Oen en Natalie en Frans via internet gefeliciteerd met hun voorgenomen huwelijk.

 

 

Malang, woensdag 31 juli 2002

Vandaag een dag van de verzorgde reis. Een rit van twee uur naar Sendang Biru, een klein vissersplaatsje aan de zuidkust gelegen in de buurt van het eilandje Pulau Sempu. Hierdoor kunnen de hoge golven van de oceaan de haven niet bereiken.

We werden door een vissersbootje afgezet op het eilandje. Hier leidde een pad door het bos naar een bijna geheel afgesloten baai. Alleen een opening in de rotsen waar de golven doorheen sloegen voorzag de baai van water.

Op de terugtocht maakten we weer kennis met het chaotische verkeer. Vooral ’s avonds is het een verschrikking. Lichten op motoren ontbreken vaak en zij durven zelfs zonder verlichting aan de verkeerde kant je tegemoet te rijden. Een stoplicht wordt volkomen genegeerd en je zou je de kwaadheid van het achteropkomende verkeer op de hals halen als je zou stoppen. Inhalen via een narrow escape is de gewoonste zaak van de wereld en met het tegemoetkomende verkeer wordt er rekening meegehouden dat de chauffeur niet alles goed heeft ingeschat.

Op de wat bredere snelweg zijn de autobussen echt heer en meester op de weg. Halen links en rechts even gemakkelijk in, duwen het overige verkeer in de kant en presteren het soms gebruik te maken van de derde rijbaan bij een vierbaansweg.

De chauffeur heeft waarschijnlijk een hoog verantwoordelijkheidsbesef van zijn publieke taak: de passagiers zo snel mogelijk naar de plaats van bestemming brengen al gaat dit misschien ten koste van de veiligheid.

 

 

Surabaya, donderdag 1 augustus 2002

Begonnen met tante Grace aan het ontbijt. Zij heeft ons een envelop meegegeven vol met kopieën van documenten. Ze verwacht van ons dat we met die documenten naar een stichting gaan die de belangen van vrouwen, mannen en kinderen van Indische krijgsgevangenschap behartigt.

We reizen comfortabel met de bus naar Surabaya en vinden daar het hotel genaamd Paviljoen, in een groot Indisch huis. Het blijkt verrassend dichtbij het huis in de Jl. Wijaja Kusuma te liggen.

We zijn ’s middags gelijk op bezoek gegaan naar de dierentuin. Een oase van rust in het drukke Surabaya.

Daar in de buurt ligt ook Wonokromo, maar ondanks het vele zoeken, hebben we het oude huis aan Jl. Wonokromo niet kunnen vinden. Waarschijnlijk bestaat het niet meer, want de wijk is totaal volgebouwd met van alles en nog wat.

Toen we op zoek waren naar de ijssalon Zangrandi herkende Dick gelijk het stadhuis met het plein er voor. Hij wist van hieruit meteen de weg naar het huis in de Jl. Wijaja Kusuma. We hebben er een tijdje voor gestaan. Het was niet erg veranderd, behalve dat er aan de zijkant een wat rommelige aanbouw was gebouwd. Het huis aan de rechterzijkant is helemaal verdwenen. Er staat nu een groot nieuw gebouw op de plaats van de oude waringin. Bovendien gaat er veel verkeer door de brede straat heen.

Uiteraard hebben we ook nog heerlijk ijs gegeten in Zangrandi en ons thuis laten brengen door een becaj, want over straat lopen durven we haast niet meer. Je weet in de eerste plaats niet waar je moet lopen. Op de stoep wachtten je letterlijk vele valkuilen. De stoep is vaak bezet met stalletjes of bomen. Langs de stoep is het gevaarlijk lopen, omdat je door een motor gegrepen dreigt te worden.

Het oversteken is levensgevaarlijk. Er bestaan wel zebra’s, maar tot nu toe hebben we nog geen enkele auto vaart zien minderen voor een zebra.

 

 

Surabaya, vrijdag 2 augustus 2002

Vanmorgen de tickets gekocht voor onze vlucht naar Balikpapan op 3 augustus in een kantoortje vlak om de hoek voor ongeveer f 120 p.p.

Op ons programma stond een bezoek aan de Chinese en Arabische wijk. In de Chinese wijk vonden we een Bhoedistische tempel. Op dat ogenblik was een groep aan het oefenen met het poppenspel en zij lieten niet na ons een kunststukje te tonen. De poppen sloegen elkaars hoofden af en de tijger verslond een jager met huid en haar, dit alles begeleidt door speciale muziek.

We hebben nog wat offers gebracht met wierook aan heiligen en we zagen dat in de tempel een huwelijk werd voltrokken tussen twee Chinezen. De plechtigheid was heel sober.

Opvallend dat iedereen heel vriendelijk en open was tegenover ons.

In de tempel was alles erg opgetuigd, veel brandende kaarsen en wierookstokjes. Je kon zelfs kaarsen kopen van twee meter hoog en een halve meter dik, goed voor een jaar branden. Kosten Rp 10.000.000, f 2.500.

Een tegenstelling was de enorme moskee die we bezochten in de Arabische wijk, slechts een paar honderd meter verder gelegen.

Hier werden we echt niet uitgenodigd om binnen te komen, ofschoon de gezichten geen vijandigheid uitstraalden. Vrouwen zagen we niet, alleen buiten de moskee.

De dag verder besteed aan het maken van foto’s van het oude huis, Zangrandi, stadhuis en andere historische villa’s.

’s Avonds saté kambing gegeten bij een stalletje aan de straat.

 

 

Balikpapan, zaterdag 3 augustus 2002

We hadden een voorspoedige reis naar Balikpapan. Na een uur vliegen vanuit Surabaya landden we op Sepingan, het vliegveld van Balikpapan. We zaten met 20 mensen in een Fokker 28.

Voor het eerst hadden we echt moeite om een hotel te vinden. Uiteindelijk terecht gekomen in een hotel dat duurder was dan voor ons gebruikelijk. Het zag er redelijk uit, desalniettemin hadden we ’s avonds een kakkerlakkenplaag in onze kamer. We hebben goed gespoten en sliepen die nacht in een kamer vol giftige insecticiden.

Een eerste verkenning uitgevoerd in het "Dubs"gedeelte. Lieten ons afzetten bij de Pelnihavens waar vroeger de Makassaarse prauwen aanlegden.

Gelopen naar het zgn. oude vrijgezellendorp. Toen omhoog langs het oude huis van dokter Van Haaften naar Jl. Lombok. Hier stonden nog de oude houten huizen op palen. Het steile bochtje naar beneden bij Jl. Sumba was er nog.

De Jl. Sumba afgelopen langs het oude huis van Peter Verstraeten. Hier vandaan hadden we uitzicht op het oude huis aan de Jl. Sumbawa. Alleen het oude klimpaadje omhoog ontbrak.

Daarna doorgelopen naar het einde, rechtsaf de trap af en we kwamen terecht in de Jl. Sumbawa. Het huis op nr. 15 stond er nog steeds in bijna dezelfde staat als vroeger. Jammer was dat de Indonesische mensen er een houten hek omheen hadden gezet om hun vijf honden van de straat te houden.

Er was niks bijgebouwd, alleen de kamerindeling was wat veranderd en ze hadden geen personeel achter wonen.

De mensen waren bijzonder vriendelijk en hartelijk.

De school beneden staat er nog in dezelfde staat, maar is nu alleen een onderdeel van en veel groter complex van scholen die rondom zijn gebouwd. Daar loopt dan ook de Jl. Sekola.

Overmorgen proberen we de school te bezoeken.

 

 

Balikpapan, zondag 4 augustus 2002

’s Morgens vroeg gestart na een heftige regenbui aan een bezoek aan het oude zwembad Aqua Marina.

Het zwembad was bijna nog precies eender, alleen niet netjes onderhouden en …….. er zat geen water in, want het werd ververst. Dus zwemmen was er niet bij, ook morgen niet, want zo snel gaat het verversen niet in Indonesië.

Vervolgens op zoek naar het "rotsje". Het lag nu wat verscholen achter het recreatiecomplex van Pertamina, maar het was bijna nog onveranderd, alleen het dak van het prieeltje stond op instorten.

Terug naar de beklimming van de Dubs, onderbroken door een kleine rustpauze bij een softbalteam die zich aan het voorbereiden waren voor een wedstrijd tegen een team uit Samarinda.

Bij de beklimming van de Dubs zijn we gelopen langs het huis van Houtman.

Boven op de Dubs stil gestaan bij ons oude huis, maar omdat alle huizen hetzelfde zijn, is Dick er niet zeker van of we het goede huis gevonden hebben. We zijn weer terug gelopen naar beneden via het waterreservoir boven op de top.

Het viel Dick op hoe alles nog hetzelfde gebleven is. De meeste huizen zijn netjes onderhouden en slechts enkele zijn verwaarloosd.

’s Middags na een middagslaapje met een busje naar Panorama en volgens Dick heeft hij het goede huis gefotografeerd waar hij voor 1953 heeft gewoond. Het huis ernaast van de familie Bish was nog even goed beveiligd met prikkeldraad rondom.

Gevraagd naar de weg naar "Parekisit" en men wist dat aan te wijzen. Deze wijk is ook onderdeel van het Pertaminacomplex.

Met het busje verder naar Kampong Baru. Daar werden we aangezien voor wezens die van de maan kwamen. Dus er maar niet zo lang gebleven.

’s Avonds originele kapiting en oedang gegeten.

 

 

Balikpapan, maandag 5 augustus 2002

Deze dag blijkt een dag te worden van veel omzwervingen.

We bezoeken eerst Dick zijn oude school, die nog volledig blijkt te bestaan inclusief gymnastiekzaal. Er zijn wel gebouwen aangebouwd en rondom bevinden zich allerlei andere scholen. De school ligt ook aan de Jl. Sekola.

Vervolgens naar het vliegveld en besluiten een kaartje te kopen naar Makassar voor woensdag a.s. om 12.20 uur.

We besluiten ook om over Samarinda naar Tenggarong te gaan.

Alles bij elkaar kost het veel tijd omdat we terug moeten naar Balikpapan, een lange reis door het bos maken en in Samarinda de verkeerde kant op worden gestuurd.

Willemijn zit voor het eerst achterop bij een taximotor met een helm die dreigt af te waaien.

’s Avonds eten we met vrij uitzicht op de wijde Mahakam. We genieten van de frisse wind die over de rivier waait, nog geen muskieten en tjitjaks.

’s Avonds laat Dick zich verrassen door een masseur die met een soort drukmassage masseert. Dick wordt twee uur lang onderhanden genomen en heeft soms moeite zijn pijn te verbergen. Eigenlijk is de behandeling pas compleet als Dick de volgende dag l liter sodawater drinkt waarin drie eendeneierdooiers zijn verwerkt.

Dick is zo dom geweest om geen prijs af te spreken, dus moet er na afloop nog stevig onderhandeld worden. De onderhandeling zullen wel in het voordeel van de masseur zijn uitgevallen.

 

 

Balikpapan, dinsdag 6 augustus 2002

Na een stevig nasi-koening ontbijt bezoeken we het mooie museum van Tenggarong. Het museum doet niet onder voor het Indonesische gedeelte van het Volkenkundig Museum in Leiden.

Het gebouw is ook de moeite waard om aandacht te geven met veel Art Deco elementen.

Daarna wachten we de komst af van onze boot naar Samarinda. Een vast dienstrooster bestaat niet, want de boot volgt een route van drie dagen naar Tabang en kan dus onmogelijk op de minuut varen.

De eerstvolgende boot komt om 1 uur en vaart in bijna drie uur naar Samarinda. Hierdoor zijn we in de gelegenheid de oevers van de Mahakam van de andere kant te bekijken. Stoelen zijn er niet op het dek, maar wel soort plastic tafellakens liggen op het dek, een beschuttend dak boven ons en aan de zijkant evt. dekzeil tegen regen en wind.

Aan boord frissen we gelukkig weer op, want soms is de vochtige warmte erg benauwend.

 

 

Makassar, woensdag 7 augustus 2002

Vooraf vonden we het nog even spannend of we wel op tijd in Balikpapan zouden zijn voor de geplande vlucht van 12.20 uur naar Makassar.

We kregen ons ontbijt om half zeven op de kamer geserveerd. Liepen daardoor voor op ons schema, maar verloren weer een uur op ons schema omdat de bus pas echt ging rijden vanuit Samarinda toen hij vol was.

Ruim op tijd kwamen we op het vliegveld aan.

Half twee stonden we al met onze voeten in Makassar.

Wat was onze eerste indruk? Ook hier weer opdringerige mensen op het vliegveld die proberen je een tour aan te smeren of duur vervoer naar het centrum van Makassar.

Ook hier weer druk in de stad met de flitsende petepete’s, zoals de minibustaxi’s genoemd worden. En de becaks zijn erg opdringerig.

We hebben ontdekt dat het boven in warenhuizen goed eten is, vers en voor weinig geld. De meisjes zijn ontzettend behulpzaam, al is het alleen maar om hun engels te oefenen.

 

 

Makassar, donderdag 8 augustus 2002

De morgen hebben we bestemd voor uitstapjes die we met de becaj aflegden.

We rijden hele stukken met de becak en betalen goed. De man heeft de dag van zijn leven.

We brengen een bezoek aan Fort Rotterdam, dat oorspronkelijk gebouwd is in de 17e eeuw. Het heeft in alle eeuwen diverse functies gehad, maar na de onafhankelijkheid zijn de gebouwen verwaarloosd. In de zeventiger jaren is er o.a. een museum in gevestigd.

Zoals gewoonlijk werden we ook hier weer aangesproken door iemand. Nu een Makassaar die zegt Nederlands gestudeerd te hebben in Nederland. Hij sprak inderdaad redelijk Nederlands.

We werden tenslotte meegenomen naar zijn bureau in het gebouw waar hij ons twee boeken liet zien uit de tijd van de V.O.C. met reisbeschrijvingen en verhalen. Ze waren verrassend goed te lezen, maar je zag al de gaten van papierworm. Je hoefde geen handschoenen aan te trekken zoals Boudewijn Büch.

Daarna een lange rit gemaakt naar de haven waar de Makassaarse prauwen zouden liggen. In Dick zijn beleving waren ze vroeger kleiner, kleuriger en zeilschepen. Nu waren het grote, weliswaar houten, vrachtschepen met nog iets van de ronding van de prauw.

De volgende twee activiteiten waren wat teleurstellend. Eerst naar het kantoor van de busmaatschappij waar we geen kaartjes voor de ochtendbus konden kopen. Vervolgens naar de orchideeëntuin die werd aanbevolen in de gids. Echter, er stonden maar twee orchideeën in bloei van de honderden. Wel met de Nederlandssprekende vrouw des huizes een grote collectie schelpen bekeken die je ook kon kopen.

Uiteindelijk zijn we ’s middags met de petepete naar de busterminal gegaan en bij een andere busmaatschappij kaartjes gekocht.

’s Avonds met een mooie zonsondergang een bezoek gebracht aan "Pantai Losari". Langs de boulevard vind je hier een eindeloze promenade van warungs.

We zagen nog iets merkwaardigs. Veel mannen waren daar in het lage water een soort kokkels aan het zoeken. Zij stonden of zaten tot hun nek in het water en op de tast zochten zij de kokkels van de bodem en legden ze in een drijvende mand.

De hele boulevard afgewandeld en voor het slapen gaan een halve nanga (broodvrucht), heel lekker fruit, gegeten.

 

 

Rantepao, vrijdag 9 augustus 2002

De reis naar Rantepao keurig voorbereid. Taxi besteld, ruim op tijd bij het busstation. De bus vertrok een half uur later en deed er nog eens een uur over om de stad uit te komen.

Het was een lange reis. Eerst door de vlakte langs de kust en na ongeveer vijf uur rijden kwamen we op de smalle kronkelige weggetjes door de bergen.

Veel genoten van de mooie vergezichten op de sawah’s en de dalen van de bergen.

Zoals verwacht werden we bij aankomst opgewacht door gidsen en andere ronselaars die precies wisten waar we naar toe moesten.

We vonden een redelijk hotel met een mooie tuin, opgezet in de goede tijd toen er veel toeristen kwamen. Verrassend was dat we van een gids, Jozef genaamd, een Nederlands boek van een zekere Corrie v.d. Bos te lezen kregen. Het is een verhaal over haar reis vanuit Bali naar Java en Celebes met de nadruk op haar avontuur bij de Toaraja’s uit 1994.

 

 

Rantepao, zaterdag 10 augustus 2002

Deze dag staat in het teken van een begrafenisritueel bij de Toaraja’s. We wisten nog niet wat ons te wachten stond, maar daarover later.

We hebben besloten ons te laten begeleiden door een gids, omdat het een gewoonte is dat je alleen maar op uitnodiging aanwezig mag zijn. Bovendien wordt verwacht dat je een aantal geschenken meebrengt.

Bij aankomst bleken de verschillende familieleden in een soort geïmproviseerde kamertjes te zitten rondom de kist. De kist stond in een soort praalhuis, mooi versierd.

Het aantal familieleden was zeker 500. Het betrof een ceremonie van een rijke familie.

We werden neer geplant bij een familie. Gaven eerst de geschenken en kregen toen een kopje koffie met koekjes. Na een paar uur zitten begon het ritueel van de slachting van 14 grote buffels en een paar varkens.

Sommige buffels waren jong, sommige groot en sterk en soms bijzonder gekleurd. Volgens de gids verschilt de prijs van 4 miljoen tot 40 miljoen rupia (f1000 tot f 10.000). In een uur tijd werden er 14 buffels gedood door het open snijden van de keel met behulp van een vlijmscherp mes. Sommige vielen snel neer, andere sprongen met open kelen de lucht in. Twee keer waren de slachters overmoedig. Ze vonden het niet nodig de jonge buffels aan een paal vast te binden en dachten het beest wel vast te kunnen houden. De jonge buffel sprong met open keel het podium op en verwondde bijna mensen.

Van het geheel werden we misselijk en Dick trok zelfs een poosje wit weg en voelde zich niet zo lekker.

Om hier van te bekomen zijn we ’s middags maar rustig gaan lezen en ons beraden op voortzetting van de reis, want eergisteravond blijkt in Centraal Sulawesi, ongeveer 200 km van ons vandaan, een bus beschoten te zijn door moslims waarbij een Italiaanse toerist is gedood en andere gewond. Juist op de route die wij willen volgen om naar Manado te gaan. Dit is n.l. de Sulawesi highway.

 

 

Rantepao, zondag 11 augustus 2002

Zonder gids op stap geweest naar een naburige markt die om de zes dagen wordt gehouden. De groente- en fruitmarkt was niet zo rijk gekleurd als in Probolinggo. Wel bijzonder was de buffel- en varkensmarkt.

De varkens lagen hier vastgebonden op bamboepalen. Voor de dierenvriend geen aangenaam gezicht.

Met de bemo naar een plaatsje Kete Kesu. Dit plaatsje wordt in de gids genoemd om zijn oude authentieke Toraja huizen. Bovendien zijn hier ook de grafhuizen en houten graftombes te vinden boven bij de rotsen van het dorp. Overigens lagen hier honderden schedels en botten zo voor het oprapen. En enkele houten kist was kunstig vastgemaakt aan een hoge rots.

Dit was ook het geval bij het verder gelegen Palatoke waar we in 1 ½ uur naar toe zijn gelopen. We moesten overigens overal Rp 10.000 p.p. betalen, hetgeen heel veel is voor Indonesische begrippen. Zelfs voor het bezoeken van de markt moest Rp 10.000 worden betaald, hetgeen wij niet hebben gedaan.

’s Avonds een grote "martabak"gegeten van het mannetje om de hoek.

 

 

Rantepao, maandag 12 augustus 2002

Ook in Sulawesi is het mogelijk een aantal toppen te beklimmen. Onze top betrof de Gunung Seseang, de hoogste top van Torajaland, 2328 m, slechts 1 ½ uur klimmen vanuit Batutumonga. Vanuit dit plaatsje heb je ook prachtige uitzichten over het dal met de rijstvelden van Rantepao en Mahak. We hadden geluk, want het was vrij helder weer, geen nevel rondom de top en toch was de zon niet stekend heet. Bovendien liepen we de eerste helft in de schaduw van het bos met o.a. veel bamboe.

Onderweg ontmoetten we nog twee jonge Indonesische stelletjes, studenten. We moesten natuurlijk samen met ze op de foto, want dan kunnen ze aan anderen laten zien dat ze Europeanen hebben ontmoet, zo iets als wij vroeger met de Papoea’s op de foto gingen om dat te laten zien.

We zijn voorbij Batutumonga afgedaald naar Pana door de rijstvelden en authentieke Toraja dorpjes.

In een dorpje kwamen we terecht in een drukke samenkomst op het centrale gedeelte van het dorp. Er werd daar gedobbeld, in groepjes gediscussieerd, kippen werden geslacht, hanen gekoesterd en domweg wat gehangen. We zijn hier ook onze pennen kwijt geraakt, hetgeen de verwachte kinderoploop veroorzaakte.

Regelmatig kwamen we neolieten tegen en een aantal graftombes in de rotsen. We zagen ook een moderne variant van grafhuisjes: een klein stevig stenen huisje aan de buitenkant glimmend betegeld.

 

 

Rantepao, dinsdag 13 augustus 2002

Dick heeft tenslotte een motorrijbewijs en wilde bewijzen dat hij nog steeds op een motor kan rijden.

We huurden daarom een licht motortje. Dick kreeg een echte helm en Willemijn een Indonesische en zo gingen we op stap.

Willemijn lette steeds goed op dat Dick niet aan de rechterkant van de weg ging rijden. Zo hebben we verschillende bezienswaardigheden bezocht.

Eerst naar Lemo met de tautau (poppen). Net zo interessant als de poppen in de rotsen waren de houtsnijders die de poppen maakten, hetzij voor de familie van de overledene, hetzij voor de toeristen. Sommige werden zo levensecht mogelijk nagemaakt, soms met de bril van de betreffende persoon, maar er waren ook poppen met een soort donker masker, eenvoudiger en primitiever van uitvoering.

Iets dergelijks was ook te bewonderen bij de volgende stop, Londa. Hier waren de poppen nog precieser (= Indonesisch woord) en konden we ze met de kijker (= Indonesisch woord) goed bestuderen. We ontmoeten een houtsnijder van wel 80 jaar die vooruitlopend op zijn eigen heengaan een fraaie "zelfpop" had gemaakt met zijn eigen haar.

’s Middags hebben we een toer gemaakt ten noorden van Rantepao door de eeuwige rijstvelden met buffels en Toaraja huizen.

 

 

Sulawesi Tenggara, woensdag 14 augustus 2002

Deze dag stond in het teken van de reis naar een ander deel van Sulawesi, Sulawesis Tenggara (zuidoost). Een dag met veel zitten in de bus en een spannende overtocht met de veerboot.

Vanaf twee zitplaatsen naast de chauffeur zagen we het bergachtige landschap van de Toaraja’s veranderen in droog heuvellandschap en tenslotte de eindeloze rijstvelden in de vlaktes van Zuid Celebes.

Vanuit onze zitplaats viel ons onderweg nog iets op, n.l. het vervoer van een grote zak rijst op een damesfiets waarbij de zak op de ronding van het frame was geplaatst. Echt fietsen gaat niet, maar de fiets gebruiken als loopfiets gaat wel.

Kleine Sulawesi paardjes verschijnen in het straatbeeld, met of zonder kar.

Regelmatig moeten we stoppen voor groepen die aan het oefenen zijn in het marcheren voor 17 augustus. Ze doen dit rustig op de drukke hoofdweg in de felle zon.

Onderweg werden we nog opgehouden door een stoet verklede kinderen, die waarschijnlijk hun verjaardag vierden. Zij waren allemaal prachtig aangekleed en opgemaakt. Vooraan natuurlijk de (verklede) militairen en politieagenten en gevolgd door o.a. verpleegsters, geisha’s, bruidjes en bruidengommetjes en sporters.

De bus bracht ons naar de haven van Watampone, Wapoe. Onze aankomst was ogenschijnlijk een grote sensatie. We werden aangestaard en aangeklampt door allerlei mensen die ons oprecht wilden helpen. Nadat we een kaartje hadden gekocht voor de veerboot, "moesten" we achter op een motor naar het einde van een drie km lange pier worden gebracht. De rit naar het einde leek een soort cyclecross.

Op de boot was het een grote heksenketel. We werden aangeklampt door een bemanningslid die zei kammer, kammer en bracht ons naar de kapiteinshut waar we de nacht comfortabeler konden doorbrengen voor Rp 70.000. Dat was ook wel nodig, want we waren nu toch beiden aan de diarree. Oorzaak? Misschien de tuak (palmwijn) die we met ijs hebben gedronken. Hierover was ons voorspeld dat we last van onze buik zouden krijgen. Wij denken zelf eerder aan niet goed doorbakken eieren die we ’s morgens bij het ontbijt kregen.

 

 

Sulawesi Tenggara, donderdag 15 augustus 2002

We hebben onze paar uurtjes slaap in de kapiteinshut van de boot toch nog genoten en de zak van de kapitein een klein beetje gespekt.

We zijn nergens zo enthousiast onthaald als in Kolaka om ons naar het 100 km verder gelegen Kendari te brengen. Met de "Kuda" zeiden ze. Wij begrepen het niet, maar het is een Mitshubishi familycar voor negen personen i.p.v. de Toyota Kijang.

Omdat wij kozen voor een nieuwe luxe Kuda ontstond er nog ruzie over de buit, maar voor slecht Rp 50.000 (f 12,50) werden we beiden naar het 150 km verder gelegen Kendari gebracht.

We hebben en hotelletje gevonden met prachtig uitzicht op de baai, maar we weten niet of er verder nog wat te beleven valt in Kendari.

 

 

Sulawesi Tenggara, vrijdag 16 augustus 2002

We hebben deze dag besteed aan het kopen van reistickets.

Voor het kopen van de reis naar Kendari naar Denpassar bleek de goedkoopste toch weer Citilink te zijn. Het vliegtuig maakt in Makassar en Surabaya een stop.

Ook twee kaartjes gekocht voor de "speed" naar Raha, een plaatsje op het eiland Pulau.

 

 

Sulawesi Tenggara, zaterdag 17 augustus 2002

Met de speed vertrokken naar Raha, 2 ½ uur lang binnen in een polyester krakend katamaranachtig schip waar je helaas niet naar buiten kon kijken.

Bij aankomst viel ons op dat we als gasten van een andere planeet werden aangekeken. Om de minuut hoorde je "hallo mister", waarschijnlijk allemaal goed gemeend.

Alleen de luxe kamer in hotel Alia kon ons bekoren.

Omdat het de 57e onafhankelijkheidsdag was (voor Indonesië 57, door Nederland niet erkend) waren in de stad allerlei festiviteiten georganiseerd.

De eerste waar we terecht kwamen was een vliegerwedstrijd. We konden er niet rustig naar kijken, moesten gelijk op de tribune plaatsnemen en om ons heen vormde zich een kring van mensen die ons alleen maar aankeken en dat bleef zo de rest van de dag.

’s Middags waren we getuige van vele parades. We hadden zoiets al verwacht omdat we allerlei groepen voor 17 augustus zagen oefenen in paraderen en exerceren op de weg. Alleen in zo’n klein plaatsje als Raha zagen we 60 tot 70 vertegenwoordigende groepen. Allemaal netjes verzorgd en veel groepen zelfs tot in de puntjes verzorgd met mooie feestelijke kleding. Om één of andere reden waren er veel moslim vrouwengroepen die de mooiste, kleurigste kleding hadden. Allemaal deden ze serieus hun best twee km lang een exercitieparade te lopen met af en toe een kleine onderbreking, zoals een paar danspasjes.

’s Middags hadden we ontdekt dat vlak bij ons hotel een wajangspel zou worden opgevoerd door een groep, speciaal uit Java overgekomen met een gamelanorkest. Een half uur voor tijd waren we aanwezig.

Voor ons was een decor van muziekinstrumenten met de bespelers, drie Javaanse vrouwen die zich warm zongen en een doek waar tegen tientallen wajangpoppen stonden.

De avond begon met vier lange toespraken incl. waarschijnlijk een protestants gebed. Hierna werd een blad met eten op een tafel gezet en een schaal met bananen. Iemand (een geestelijke?) vulde een bord met eten uit de schaal min of meer als ceremoniële handeling. Het leek een beetje op een offerande zoals in Bali gebruikelijk is, maar er werd niets met water besprenkeld. Daarna kreeg iedereen te eten, ook wij. Tijdens het uitdelen van het eten begon de voorstelling, terwijl de meeste mensen gewoon bleven doorpraten zoals heel vroeger in de schouwburg ook gebeurde.

We hadden al een vermoeden dat het lang zou kunnen duren en bij navraag bleek inderdaad het einde gepland op 5/6 uur de volgende morgen. Na 1 ½ uur hadden wij het wel gezien en gingen vol gegeten naar ons hotel.

 

 

Sulawesi Tenggara, zondag 18 augustus 2002

In onze trouwe rough guide stond dat 15 km van Raha een mooie lagune zou zijn.Vooral op zondag bezoeken veel bewoners van het eiland deze mooie plaats.

Met enige moeite o.a. in een overvol busje met mensen die boodschappen hadden gedaan op de pasar, bereikten we de lagune.

Na een paar uur hebben we ons laten overzetten naar de overkant om via het pad een baaitje met wat strand te bereiken. Hier kon je ook aardig zwemmen al bleef het lang ondiep en moest je uitkijken voor zee-egels.

We hadden een rustig afgelegen schaduwplekje gevonden en dachten te kunnen genieten van onze rust met fraai uitzicht. Na vijf minuten kwam er een jonge vrouw bij ons zitten om ons van alles te vragen. Die verdween pas toen we lieten blijken dat we wilden gaan slapen.

Toen Dick ging zwemmen kwam er een jongen bij Willemijn zitten en toen Dick terugkwam liepen achter hem een tiental anderen die ook om ons heen gingen zitten om ons vooral goed te kunnen bekijken.

Het gesprek beperkte zich tot onze status, aantal kinderen, leeftijd en de prijs van reis. Langzamerhand verdubbelde het aantal en wilden ze graag hebben dat er een foto gemaakt werd met één van ons. Toen we dat deden kwamen er steeds meer bij staan en werd het bijna onmogelijk rustig te fotograferen.

Tegen vieren vonden we het welletjes en zeiden we dat we naar het hotel moesten.

Bij het gezelschap hoorde ook de man die de Javaanse voorstelling van gisteren had georganiseerd en we mochten met 27 anderen in de laadbak van zijn vrachtautootje mee terug rijden naar Raha.

Natuurlijk werden we uitgenodigd bij hem thuis voor wat eten en drinken. Een huis konden we het nauwelijks noemen. We konden plaats nemen in een soort hokje met drie plastic stoelen en een tafeltje en nog twee houten lage bankjes.

De man was van beroep baksoverkoper, maar liet wel ter gelegenheid van ons lekkere hapjes halen. We hebben er geen misbruik van gemaakt, want ’s avonds moesten we ook in het hotel nog lekker eten.

 

 

Sulawesi Tenggara, maandag 19 augustus 2002

Met de snelle speed naar Baubau op het eiland Buton. Een havenplaats met veel historie omdat het verscholen en strategisch ligt tussen de eilanden.

We kwamen door aanwijzingen uit de gids terecht in een "hill house" gelegen boven op een heuvel met uitzicht over de baai en Baubau.

Het huis is in Buginesche stijl opgetrokken, d.w.z. geheel van hout en open. We slapen nu voor het eerst onder een klamboe, maar muggen zijn er niet. We zijn de enige gasten in het huis en zitten voor het eerst heel erg stil en rustig met het geluid van tokehs en krekels om ons heen.

Je kan het je niet voorstellen, maar door de wind die er waait, is het zelfs af en toe fris.

In de middag nog een bezoek gebracht aan een klein museum (Wolio Sultanate) met allerlei relikwieën van de laatste sultan die rechtstreeks afstamt van Jengis Khan (zie rough guide blz. 821).

’s Avonds een voortreffelijk verzorgd diner op ons unieke terras en voor het eerst "zuurzak"sap gedronken.

 

 

Sulawesi Tenggara, dinsdag 20 augustus 2002

We houden echt vakantie in Baubau en doen het rustig aan.

We genieten nog steeds van ons prachtige Buginesche huisje boven op de heuvel waarbij wij ’s avonds een heerlijk diner krijgen voorgeschoteld.

We brengen een bezoek aan het strand met de hoogdravende naam Paintai Nirwana (Nirwana Beach). Het blijkt inderdaad een mooi strand te zijn met veel schaduw van de palmbomen en de sfeer van een heel klein vissersdorpje.

Visvangst wordt gedaan m.b.v. drijvende netten dichtbij de kust en vissersbootjes niet groter dan een holle boomstam.

In tegenstelling tot in Raha wordt je hier niet aangegaapt en word je met rust gelaten.

’s Morgens kwam ibu Kasim en ’s avond pak Kasim (notaris) op bezoek om te kijken of alles naar wens verliep.

 

 

Sulawesi Tenggara, woensdag 21 augustus 2002

Vandaag hebben we twee dieren gezien die je in Nederland normaal gesproken niet in vrijheid ziet.

’s Morgens bij een wandelingetje in de buurt ontmoeten we een donkergrijze, bijna zwarte aap, geen Makaak. Helaas vloog hij vrij snel weg toen hij ons zag.

’s Avonds werden we verrast door het geluid van een tokeh: tokeh, tokeh, tokeh. Het beest zat op een van de dwarsbalken vlakbij ons en was niet eens zo schuw.

In de middag hebben we rustig gezeten op het ons al bekende strandje.

Dat het allemaal wat primitief toegaat in de omgeving van het strandje waar we lagen, blijkt uit de komst van veel vrouwen die op het strand hun wasje komen doen en ook zichzelf wassen. Bij de vloedlijn welt n.l. wat brakwater uit de grond en dit wordt gebruikt om in te wassen.

 

 

Sulawesi Tenggara, donderdag 22 augustus 2002

We maken als steeds meer gebruik van de ojecs waarvan er zeer veel zijn en die altijd meteen tot je beschikking staan en je komt ze bijna overal tegen. Ze brengen je bijna overal tegen een redelijke prijs. Iets duurder dan de bemo, maar goedkoper dan een taxi, ook met z’n tweeën. Je moet alleen voor bepaalde trajecten de prijs weten, maar dat kom je wel te weten. Ze informeren elkaar n.l. voortdurend over de prijs van allerlei zaken, wat ze op de pasar hebben gekocht, wat de ojec kost enz.

Ze zullen ook jou vragen wat bepaalde zaken gekost hebben, b.v. hoeveel kost je hotelkamer, wat kost de vlieg- of bootreis? Hoeveel kost het boek wat je leest? Een soort tweede natuur om op de hoogte van de prijs te zijn, want een vaste prijs bestaat meestal niet.

Vandaag dus met ojec weer naar de Nirwana Beach. Tegen de tijd dat allerlei activiteiten zich op het strand ontplooien, zoals wassen, vissen, mosselen zoeken, voetballen en gewoon wat slenteren, vertrekken wij. Het is dan meestal vier uur.

 

 

Sulawesi Tenggara, vrijdag 23 augustus 2002

Vandaag maakten we de reis met de superjet van Baubau rechtstreeks naar Kendari. We werden door ibu Kasim zelf naar de haven gebracht.

Over de reis valt niet zoveel te vertellen. We voeren langs talrijke eilandjes waarvan de dorpjes waarschijnlijk alleen over de zee bereikbaar zijn.

Bij aankomst in Kendari sprongen talrijke jongetjes vanaf de kade over een grote afstand op de boot om als eerste binnen te kunnen zijn, hetzij om bagage te sjouwen, hetzij een overgebleven cake te vinden van het pakketje wat we onderweg kregen.

We hebben geslapen in hetzelfde hotel als een week geleden en voelden ons al wat vertrouwd in Kendari. Helaas was weer de winkel voor mooi filigranzilverwerk gesloten. Misschien vinden we op Bali nog wel leuke souvenirs.

 

 

Bali(Yeh Gangga), zaterdag 24 augustus 2002

Vandaag legden we de grootste afstand tot nu toe in Indonesië af.

We hopten met Citilink (Garuda) van Kendari naar Ujung Padang, toen naar Surabaya en vervolgens naar Denpasar. We hoopten dat de bagage ons goed zou volgen. Gelukkig bleek de bagage ons trouw.

Met openbaar vervoer, bemo, bus, ojec, kwamen we aan bij de Wisata Bungalows in Yeh Gangga van een echtpaar waarvan de man Duitser van geboorte is, maar ook Canadees en 33 jaar lang al in Indonesië verblijft en na zijn pensioen dit bungalowparkje heeft opgezet.

De laatste dagen nemen we het er van, want we hebben een luxe kamer in een fraaie tuin tussen de rijstvelden met een beetje uitzicht op zee en het gebonk van de hoge golven.

 

 

Bali(Yeh Gangga), zondag 25 augustus 2002

We hebben de dag besteed aan het maken van een lange wandeling tussen de verschillende dorpjes en de rijstvelden aan de kust. De eeuwenoude irrigatie van de sawa’s bestaat nog. Er zijn nog de vaste wasplaatsen bij verschillende bronnen en sommige vrouwen lopen nog met blote borsten.

We kwamen op de hoogte van een vliegerfestival in Krambitan. Het was een spektakel van jewelste. Rondom een grote vlieger, wel 5 bij 7 m, was een heel team van mannen die er voor moesten zorgen dat de vlieger zo snel en zo hoog mogelijk de lucht inging. Het publiek vermaakte zich vooral als een vlieger gek ging doen, naar beneden dook of naar beneden dwarrelde. Alles werd aangemoedigd met trommels en gongen.

De wandeling door de sawa’s eindigde bij het strand en via het strand kwamen we weer thuis.

 

 

Bali(Yeh Gangga), maandag 26 augustus 2002

Het mooiste dat we vandaag zagen waren de vlinders (kupu kupu) in de vlindertuin bij Tabahan.

In de ontpoppingskamer konden we een prachtige vlinder uit Nieuw-Guinea op onze hand laten zitten. Hij vloog nog niet weg, want hij moest nog echt leren vliegen zo kort na zijn ontpopping.

Interessant was ook het bezoek aan het museum waarin "subak" werd uitgelegd. Dit is een systeem van verdeling van water aan de sawa’s dat bijna al 3000 jaar bestaat.

 

 

Bali(Yeh Gangga), dinsdag 27 augustus 2002

De laatste echte vakantiedag op Bali gebruikten we voor een mooie wandeltocht over het strand, over de rotsige klippen en glooiende rijstvelden naar Tanah Lot, een tempel voor een deel in zee op een rots gebouwd die veel toeristen aantrekt. Helaas dreigt door de verwoestende kracht van de golven het tempeltje te verdwijnen. Gelukkig wordt er om het kleine eilandje een bescherming gemaakt. Ook hier is deze toeristische attractie verworden tot een "Valkenburg" met ontzettend veel souvenirwinkeltjes en restaurantjes.

De kleine hond van de eigenaar van het bungalowpark is steeds met ons meegelopen en wees ons zelfs de weg. Volgens de eigenaar loopt hij direct mee als hij ziet dat gasten een beschrijving van de route meenemen.

 

 

Woensdag 28 augustus 2002

Dit is de laatste aantekening van ons dagboek. We zitten op het vliegveld Ngurah Rai vlakbij Denpassar te wachten op ons vertrek naar Schiphol via Singapore.

We weten zo langzamerhand de weg naar het vliegveld en arriveerden daar ruim op tijd.

De middag besteed aan het kopen van kleine geschenken voor de familie in Kuta.