Vrijdag 30 juli 1999, de achtentwintigste dag (Sidi Ifni)
Een hele dag is het weer betrokken in Sidi Ifni en dat schijnt in juli wel meer voor te komen. Dus tijd voor een lange wandeling langs het strand naar de haven van Sidi Ifni en we hadden geluk, de vissersboten kwamen aan en gezien hoe de vangst via een lopende" mand" werden gelost. Mandjes met vis werden in de luiken gevuld, over korte afstand via vele handen doorgegooid en de mandjes werden geleegd in de bekende plastic kratten die op hun beurt weer verdwenen in grote koelwagens. Vele vrouwen en kinderen stonden met eigen mandjes te bedelen om een visje of verzamelden verloren visjes.
Toen we 's avonds nog even op het terras zaten stroomde de zaal van de bar vol. Wij dachten aan een voetbalwedstrijd op de t.v., maar na eindeloze gebeden bleek de nieuwe koning Mohammed VI zijn eerste toespraak te houden. Later op de avond zagen we dezelfde koning nog een keer terug waarbij de koning tientallen vertegenwoordigers en hoogwaardigheidsbekleders ontving. Zij mochten daarbij de hand van de koning kussen die zich daarbij nauwelijks verwaardigde zijn hand op te tillen, maar dat bleek geen bezwaar, want iedereen viel op de hand aan en likte hem alsof hij vol gesmeerd was met de lekkerste honing. Arme Mohammed.
's Avonds liepen we tegen een stel Nederlandse Marokkanen aan van de eerste generatie die zo beschaafd en open waren als je iedere Nederlandse Marokkaan zou wensen. Ze waren zeer gelukkig in Nederland.